Kinderen gaan rekenen | Elementair getalbegrip |
De rekenkijkwijzer
De rekenkijkwijzer
De lijst bevat twaalf rekengebieden, die onderling verband houden.
naam |
klas |
1. elementair getalbegrip |
aantekeningen |
• Beheerst het kind meetbegrippen Bijvoorbeeld: hoger en lager, dikker en dunner, meeste en minste. |
|
• Kan het kind voorwerpen groeperen (classificeren) Bijvoorbeeld: kabouters die een rood kapje om hebben Blokken die rood en vierkant zijn |
|
• Kan het kind hoeveelheden vergelijken door een één-één relatie te leggen Bijvoorbeeld: staan er evenveel bordjes als kopjes op tafel |
|
• Kan het kind een rangorde aanbrengen in voorwerpen Bijvoorbeeld: blokken van groot naar klein |
|
• Kan het kind de telwoorden gebruiken Bijvoorbeeld: tellen tot 20, terugtellen, |
|
• Kan het kind synchroon tellen Bijvoorbeeld: tellen van blokjes of potloden en ze aanwijzen. Tellen van de eigen passen |
|
• Kan het kind resultatief tellen Bijvoorbeeld: begrip van het feit dat het laatste telgetal de hoeveelheid weergeeft |
|
• Kan het kind verkort tellen doortellen vanuit een willekeurig vertrekpunt |
|
• Kan het kind de kennis van getallen toepassen Bijvoorbeeld: ganzenbord, je gooit met twee dobbelstenen, 4 en 2. Waar kom je te staan? |
|
• Kan het kind eenvoudige rekenoperaties uitvoeren Bijvoorbeeld: blokjes toevoegen en wegnemen. Tevens ook het maken van een eenvoudige verdeling |
|
• Kan het kind eenvoudige verdelingen maken en verwoorden Bijvoorbeeld: kun je deze kastanjes verdelen in 4 groepjes? |